vrijdag 23 december 2011

Les 4 Parochiearchieven

In deze les komen de pastorale activiteiten aan bod
Visitatie: één maal per jaar inspecteerde de deken de parochie. O.a. de registers werden gecontroleerd.
Vóór 1800 gebeurde de visitatie door de bisschop van Roermond.
Meijel behoorde tot de Franse tijd toe aan het bisdom Luik
Bisdom Roemond ontstond in 1559 uit een herindeling van Philips II. In de nieuwe kerkelijke indeling werden Mechelen en Utrecht aartsbisdommen De hiërarchie in beide bisdommen was anders geregeld.
Hiërarchie bisdom Luik:
1. Bisschop: benoemd aartsdiaken
2. aartsdiakenaat: benoemde pastoors, controleren parochies en innen boetes en belasting van hele en halve parochies, eigen archieven
3. dekenaat: innen belasting van kwart delen van parochies
4. parochie
Parochies werden voor de belasting verdeeld in hele, halve en kwarten.

Hiërarchie bisdom Roermond
1. bisschop: rechtstreeks toezicht op parochie
2. dekenaat: coördinator (gekozen door de pastoors van de parochies)
3. parochie

Patronaatsrecht
De adel mocht de pastoor voordragen. Dit heet patronaatsrecht of collatierecht. De voordracht was bindend, maar de kandidaat moest wel voldoen aan de eisen. De aartsdiaken of deken moest de institutie (installatie) geven. Leken alleen konden geen geestelijke functies geven. De institutie moest door een geestelijke gezagsdrager.

Kapelaan
De kapelaan moest eigen vaste inkomsten (beneficies) hebben.
De kapelaan had allerlei taken en bijbanen.
Tegenwoordig is de bisschop verantwoordelijk voor de inkomsten van de priesters.

Pastoor
De plichten van de pastoor bestaan uit dopen, trouwen, begraven en ’s zondags de mis doen.
De preek wordt apart “gesticht”.

Kerkgebouw
Het eigendom van het kerkgebouw is vóór 1800 in vieren gedeeld.
Koor, schip, toren en zijbeuken.
De torens waren van de gemeente. In 1944/1945 sneuvelden veel torens. Er waren conflicten over wie voor de herbouw moest opkomen.
Kerkbanken zijn pas in de 19e eeuw in de kerken gekomen. De mensen moesten vroeger in de kerk staan.

Kerkhof
Het kerkhof kon vóór 1800 van de kerk of de gemeente zijn.

Administratie
U kunt meerdere administratie aantreffen in één register.

Proclamatie van de kansel
De mededelingen vanaf de preekstoel behoren als apart deel te worden bewaard. Later werden de mededelingen in het parochieblad of de huis aan huisbladen gedaan. De knipsels van de mededelingen zijn onderdeel van het archief. Bij het ontbreken van knipsels kan een verwijzing naar de bladen waarin gepubliceerd werd volstaan.

Devoties en relieken
Verering van heiligen en de relieken van die heiligen en of martelaren.
Bloed van de martelaren is zaad van het geloof.
Relieken zijn overblijfselen van het lichaam of de kleding van een heilige. Een reliek is de bemiddeling tussen de mens en God. In altaar moeten relieken zitten.
Om de kracht te laten overgaan op een ander voorwerp, werden relieken, voor de tijd van het concilie, aangestreken. Na 1700 was er een vernieuwde belangstelling voor relieken. Na het 2e Vaticaans concilie ie hier de rem opgezet. Relieken zijn hoewel niet meer relevant voor de kerk, toch belangrijk.
In diverse parochiearchieven treft u attesten over de echtheid van relieken aan.
Aanbidding is alleen aan God zelf.

Aflaten
Aflaten zijn ideeën vanaf de middeleeuwen over het verblijf in het vagevuur. Nog levenden gelovigen kunnen hier wat aan doen door goede werken en bepaalde gebeden kon je invloed uitoefenen over de duur van het verblijf in het vagevuur. Berouw hoorde er wel bij. Het 40 uren gebed kon hiervoor officieel worden ingesteld.
Portshunkelen is een uidrukking over de aflaten.
De reformatie richt zich tegen de uitwassen m.b.t. de aflaten (-handel).

Vaandels, broederschappen
Dit zijn groepen mensen met een bepaalde devotie in de vorm van een broederschap (vereniging).
Meestal heeft het broederschap geen eigen archief. De ledenlijsten werden door de pastoor (soms automatisch) bijgehouden. Een congregatie is de moderne vorm van een broederschap.
Bepaalde devoties zijn voorbehouden aan kloosterorden. Broederschap van de Levende Rozenkrans is een privilege van de Dominicanen. Oprichting van de Kruisweg is een privilege van de Franciscanen. In 1852 richtten de Redemptoristen een Kruisweg op in Heugem. Dat mocht niet. In 1907 werd dit overgedaan door de Franciscanen.
Het broederschap van de Heilige Familie is opgericht door Henri Belletable.
Een aartsbroederschap is centraal broederschap met afdelingen in de parochies. Handboeken van de broederschappen horen in de bibliotheek.

Orden, derde orde
Monniken (kloostergelofte) hoorden bij de eerste orde.
Monialen (vrouwen die een kloostergelofte hadden afgelegd) hoorden bij de tweede orde.
Leken, zoals de broederschappen van de Franciscanen en Dominicanen, hoorden bij de derde orde.
De derde orde maakte onderscheid in religieuzen en echte leken.
Religieuzen waren begijnen (geen kloostergelofte) en priesters (geen armoede).
Echte leken leven de idealen na van de Franciscanen of de Dominicanen
Soms gingen broederschappen over van de derde orde naar de eerste orde. (Achelse Kluis)
Broederschappen bestonden tussen 1850 en 1950.

Geen opmerkingen: